Rib-experience rotterdam

Ontstaan van Rotterdam

In de 12e eeuw wordt er een zeedijk aangelegd om het Schieland en Delfland te beschermen tegen de Noordzee, die hier in de monding van de Maas vrij spel heeft. Deze dijk, Schielands Hoge Zeedijk, volgt het tracé Westzeedijk – Schiedamsedijk – Hoogstraat – Oostzeedijk – Groenedijk. Halverwege de 13e eeuw wordt in de Rotte een dam gelegd op de plek waar de Hoogstraat de Rotte kruist. Rond deze dam ontstaat een nederzetting waar men in eerste instantie leeft van visserij. Al snel wordt het ook een handelsplaats en ontstaan de eerste havens, zoals de Oude Haven en het Haringvliet.

Op 17 maart 1299 krijgt Rotterdam stadsrechten van Jan I van Holland, naar model van die van Beverwijk. Dit is een onderdeel van de politieke strategie van zijn voogd Wolfert van Borselen, die de positie van de Van Avesnes in de regio wil verzwakken, en ook op financieel gewin uit is. In het verleden werd er algemeen van uitgegaan dat die stadsrechten nog datzelfde jaar, na de dood van Wolfert van Borselen én Jan I, worden herroepen door de nieuwe graaf, Jan II van Avesnes, maar die visie is niet meer algemeen gangbaar.[1] Hoe het ook zij, op 7 juni 1340 verleent graaf Willem IV van Holland, tegen betaling, (opnieuw) stadsrechten. Om de stad worden grachten gegraven: langs de Coolvest en Warande. Er worden, na toestemming van Albrecht van Beieren, stadswallen aangelegd, die in 1360 de toen nog kleine stad ommuren, met de stadspoorten Goudse Poort, Delftse Poort, en Schiedamse Poort. Later wordt de vesting verkleind van Warande tot Goudsesingel. Na enige tijd wordt de vesting weer uitgebreid met de Waterstad, het gebied tussen Hoogstraat, Schiedamse Singel en de Boompjes.

Jonker Frans (van Brederode) heeft tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten tussen 1488 en 1490 voor Rotterdam een belangrijke rol gespeeld. Door de oorlogen was de positie van Rotterdam als zijn uitvalsbasis in vergelijking met de omliggende steden enorm versterkt. Zo had het nabijgelegen Delft door hem al zijn schepen verloren en Gouda de helft van de huizen. Dankzij Jonker Frans werd Rotterdam definitief een stad van betekenis in Holland.

Tussen 1449 en 1525 bouwt men de laat-gotische Laurenskerk. In het middeleeuwse Rotterdam is dit het enige stenen gebouw. Het is een ambitieus project, Rotterdam bestaat in die tijd uit ongeveer 1200 huizen. De Rotterdammers willen wedijveren met omliggende, grotere steden als Delft (met Delfshaven), Dordrecht en Schiedam.

In 1563 valt het oosten van de stad ten prooi aan een grote stadsbrand.

In 1572 werd Rotterdam geplunderd door troepen van de stadhouder van de Spaanse koning, Maximiliaan van Hénin-Liétard, graaf van Bossu. In 1573 kiest de stad de kant van de Opstand. De stad had toen ongeveer 10.000 inwoners. Aan het eind van de 16e eeuw laat Johan van Oldenbarnevelt, die van 1576 tot 1586 raadpensionaris van de stad was, de Rotterdamse haven verder uitbouwen, waardoor de grondslag wordt gelegd voor de belangrijke plaats die deze stad zich in de zeehandel zal verwerven. Bij de volkstelling van 1622 was het aantal inwoners gegroeid tot ongeveer 20.000. Tegen het eind van de 17e eeuw zouden het er zelfs 50.000 zijn.

Desondanks breidde de stad zich niet uit buiten zijn wallen en singels. De min of meer driehoekige ruimte tussen Coolsingel, Goudsesingel en de Nieuwe Maas bedroeg niet meer dan 140 hectare, dus de stad was werkelijk overbevolkt. Pas na 1825 zou zij zich buiten deze enge grenzen gaan uitbreiden.

Door het plaatsen van een standbeeld van Hendrick de Keyser wordt in 1622 een van Rotterdams beroemdste zonen, Erasmus geëerd. Dit beeld, het oudste bronzen standbeeld van Nederland, staat nog altijd naast de Laurenskerk.

De groei van 'gewone gemeente' tot wereldstad: 1872–1940

In de 19e eeuw werd de positie van Rotterdam als internationale haven bedreigd door de verzanding van de voornaamste verbinding met zee, de Brielse Maas. Om dit probleem het hoofd te bieden werd tussen 1827 en 1830 door het eiland Voorne het Voornse kanaal gegraven, tussen Rotterdam en Hellevoetsluis. Naarmate de grootte der zeeschepen in de 19e eeuw meer en meer toenam, bleek dit kanaal evenwel niet aan de behoeften te voldoen. Ingenieur Pieter Caland ontwierp een ambitieus plan voor een nieuwe verbinding met de Noordzee. In 1866 werd begonnen met de uitvoering hiervan.

Tussen 1866 en 1872 wordt de Nieuwe Waterweg gegraven, een directe scheepvaartverbinding met de Noordzee tussen Rotterdam en de Hoek van Holland. Een jaar na de voltooiing van de Nieuwe Waterweg vestigt de HAL Holland-Amerika Lijn zich in Rotterdam. De onderneming betrekt in 1901 een hoofdkantoor aan de Wilhelminakade in een gebouw dat nu het fameuze hotel-restaurant ‘New York’ is.

Na het openstellen van de Nieuwe Waterweg begint de onstuimige groei van Rotterdam. Er worden verschillende nieuwe havens aangelegd, waardoor de werkgelegenheid enorm toeneemt. Dit trekt arbeiders uit alle windstreken aan. Het geld dat door de stad wordt verdiend, besteedt men onder meer aan de bouw van statige panden in het centrum.

De stad wordt op twee manieren uitgebreid: door annexatie van een aantal omliggende gemeenten en door de bouw van veel nieuwe wijken. De eerste golf van annexaties vindt plaats aan het einde van de negentiende eeuw met Delfshaven (1886), Feijenoord (1869; geen zelfstandige gemeente maar tot dan toe deel van IJsselmonde), Kralingen, een deel van Overschie en Charlois (inclusief Katendrecht) in 1895.

De havens worden in hoog tempo uitgebreid, onder invloed van mensen als Lodewijk Pincoffs en G.J. de Jongh. Steeds meer havens worden aangelegd, zoals de Maas-, Rijn- en Waalhavens. Aangetrokken door de werkgelegenheid die hieruit voortvloeit, verhuizen veel boeren, vooral uit Noord-Brabant, naar de stad. De heersende landbouwcrisis versterkt dit effect. Voor de nieuwkomers worden snel rijen goedkope woninkjes in elkaar gezet, vooral op zuid, op de linker-Maasoever, die daardoor al snel de boerenzij wordt genoemd. Tussen 1880 en 1900 groeit de bevolking snel van 160.000 naar 315.000. In 1920 zal de bevolking zelfs al iets boven de 500.000 inwoners bedragen. In 1914 wordt Hoek van Holland ingelijfd, waarna in 1933 Pernis en Hoogvliet volgen.

Aan het begin van de 19e eeuw begon de uitbreiding buiten de oude stadswallen, naar het zuiden de nieuwe wijken Cool (vanaf 1820) en het Nieuwe Werk (vanaf 1840, tegenwoordig bekend als het Scheepvaartkwartier), naar het noorden Crooswijk (vanaf 1864), het Oude Noorden (vanaf 1870). Ten westen van Rotterdam bevond zich een speculatiebouwwijk op grondgebied van de gemeente Delfshaven, nu bekend als het Oude Westen. Na de annexatie hiervan begint vanaf 1887 de verdere uitbreiding naar het westen, met achtereenvolgens Middelland, het Nieuwe Westen (vanaf 1914), Spangen (vanaf 1917), het Witte Dorp (vanaf 1922) en Oud-Mathenesse (na 1930). Ten oosten van de stad wordt na de annexatie in 1895 Kralingen verder uitgebouwd. Aan de overzijde van de Maas verrijzen tussen de havencomplexen de wijken Feijenoord en het Noordereiland (vanaf 1870), Katendrecht en Charlois (vanaf 1895), Hillesluis, Bloemhof, de Tarwewijk en Vreewijk (vanaf 1917).

Het centrum van Rotterdam krijgt ondertussen steeds meer allure. De stadswallen zijn al enige tijd geleden afgebroken, maar de singels, die eveneens deel uitmaken van vroegere verdedigingswerken, liggen er nog. Deze worden nu grotendeels gedempt om meer ruimte te maken, onder meer voor het sterk toegenomen verkeer. Ook dempt men grote stukken van de Rotte. Havenbaronnen en de gemeente investeren in prestigieuze gebouwen.

Na het dempen van de Coolvest ontstaat hier een ruime boulevard met een nieuw stadhuis, een chic postkantoor en de Beurs. Moderne architecten krijgen een kans. De opening van warenhuis de Bijenkorf in 1930, naar een ontwerp van de beroemde architect Dudok trekt maar liefst 70.000 mensen naar de Coolsingel. Het bruisende uitgaansleven rond de Schiedamsedijk is wijd en zijd bekend. De grote revues gaan in Rotterdam in première. De bioscopen zitten vol. Jazz is zeer populair. Rotterdam is in deze tijd een dynamische, internationaal georiënteerde stad.

Bron: wikipedia

Rotterdam rond 1340
Delf- en Schielan-dia rond 1645
Rotterdam in de 17e eeuw
Rotterdam rond 1850
Rotterdam rond 1888 met de eerste havenuitbreiding op Zuid